VEEL GESTELDE VRAGEN

 

WELK TYPE VERF PAST BIJ WELKE TOEPASSING?

Verf heeft 3 belangrijke bestanddelen: bindmiddel, pigment en oplosmiddel. Zodra de verf opdroogt, verdampt het oplosmiddel. Het bindmiddel vormt – samen met de pigmenten – de droge verffilm.

Bij het kiezen voor verf is het slim om niet alleen te kijken naar kleur. Ook de onderhoudsaspecten zijn namelijk belangrijk. Zo moet verf in de badkamer of keuken aan andere eisen voldoen dan die in de woon- of slaapkamer. Schilders praten hierbij vaak over de ‘schrobvastheid’.

Voor deze schrobvastheid zijn 5 klassen samengesteld. Hierbij is klasse 1 uitstekend schrobvast, klasse 2 schrobvast en klasse 3 wasvast. Verven in klasse 4 of 5 zijn minder bestand tegen wassen.

Hoe intensiever het gebruik van het oppervlak waar je de verf aanbrengt, hoe belangrijker een hoge schrobklasse. Wil je weten welke schrobklasse geschikt is voor jouw schilderklus? Vraag dan om advies in één van onze vestigingen.

WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN SCHROBVASTHEID EN REINIGBAARHEID?

Reinigbaarheid is iets anders dan schrobvastheid. Schrobvastheid betekent dat de verf na veel schrobben niet beschadigt, maar niet dat hij niet kan opglimmen. Een hoge reinigbaarheidsklasse betekent dat de verf niet alleen niet beschadigt, maar ook dat hij niet opglimt.

HOE MOET IK EEN ONDERGROND DIE AL GESCHILDERD IS VOORBEREIDEN OP EEN SCHILDERBEURT?

Voordat je begint met het afwassen van een geschilderde muur of plafond, is het belangrijk om te kijken naar het type film van de huidige verflaag.

Is de verffilm poreus, dan neemt de verf het water uit de spons of reinigingsdoek meteen op. Hierdoor lost de verffilm tijdens het afwassen op en wrijf je vuil in de poriën van het oppervlak. Het is daarom beter om te kiezen voor een verf die je rechtstreeks op de ondergrond aan kunt brengen.

Is de ondergrond niet poreus, dan raden we aan om de ondergrond wel af te wassen, liefst met een milieuvriendelijke ontvetter.

HOE VOORKOM IK SPLETEN, BOBBELS OF VOUWEN IN HET BEHANG?

Om je nieuwe behang zo mooi mogelijk op de muur te krijgen, hebben we drie tips op een rij gezet.

Tip 1: zorg voor een egale basis

Bij behangen zijn het vaak kleine dingen die een mooi resultaat in de weg staan. De eerste stap is daarom om te zorgen voor een egale ondergrond. Verwijder het oude behang volledig en vul eventuele gaten in de ondergrond op. Zo heb je een goede basis.

Tip 2: laat het behang lang genoeg inweken in het plaksel

Het basismateriaal van behang is meestal papier. Dit zet uit als het nat wordt. Door het water dat in het behangplaksel zit, groeit het behang dus een stukje als je het insmeert. Houd je daarom aan de aangegeven inweektijden. Door het plaksel goed in te laten weken, ontstaat een gelijkmatige groei tussen alle behangstroken.

Een voorbeeld: in droge toestand is een baan circa 53 centimeter breed. Eenmaal ingesmeerd met behangplaksel, zet dit uit tot circa 54 centimeter. Dat betekent dat het behang 1 centimeter groeit als je de juiste inweektijd hanteert. Doe je dit niet, dan groeit het behang terwijl het op de muur zit en ontstaan vouwen en bobbels.

Tip 3: sluit ramen en deuren en zet de verwarming uit

Voor een goed resultaat moet het behangplaksel sneller drogen dan het papier. Zo wordt de baan namelijk onder spanning met de ondergrond verbonden.

Tocht en verwarming kunnen ervoor zorgen dat het behang sneller droogt dan het plaksel. De baan krijgt dan aan de muur de kans om terug te krimpen naar de oorspronkelijke grootte. Als dit gebeurt wijken de naden of blijven de banen niet plakken.

HOE LANG IS VERF HOUDBAAR?

Verf is over het algemeen minimaal 1 jaar houdbaar. De maximale tijd dat verf goed blijft, is afhankelijk van omgevingsfactoren. Denk aan de temperatuur en vochtigheid tijdens de opslag, maar ook aan de hoeveelheid die nog over is in de emmer of de afsluiting van het deksel.

HOE WEET IK OF MIJN VERF NOG GOED IS?

Wil je verf die al een tijdje staat weer gebruiken, dan kun je op de volgende manier controleren of die nog goed is:

  • Open de emmer / pot en kijk of je een gladde substantie ziet
  • Pak een roerstok en controleer of de verf nog goed door te roeren is
  • Strijk de verf uit op een neutrale ondergrond
  • Controleer de volgende dag of het testoppervlak goed gedroogd is

Als dit allemaal in orde is, kun je de verf nog gebruiken.

WAT IS DE OPTIMALE LAAGDIKTE VOOR BUITENLAKKEN?

De optimale laagdikte voor een buitenlak staat aangegeven op het technische document dat bij de verf hoort. Over het algemeen houden we een laagdikte tussen de 70 en 90 micrometer (µm) aan. Je bereikt deze laagdikte door te schilderen met een synthetische borstel en de verf niet te veel te verdelen.

HOE WEET JE OF DE GEBRUIKTE LAAGDIKTE GOED IS?

Als je buitenlakken of grondlakken op de juiste laagdikte aanbrengt, is binnen enkele minuten een zeer hoge vloeiing van de verf zichtbaar.

Is je aangebrachte verflaag te dik, dan duurt het beduidend langer voor de vloeiing zichtbaar is. Bovendien neemt de kans op ‘lopers’ toe. Bij een zeer hoge natte laagdikte (> 120 µm) kan doordrogingsvertraging optreden.

Is de laagdikte te dun (55 – 60 µm), dan droogt de lak te snel en blijven borstelstrepen zichtbaar. Dit gebeurt ook als je de lak te sterk verdunt.

WAT IS DE OPTIMALE VERWERKINGSTEMPERATUUR VOOR GROND- EN AFLAKKEN?

De optimale verwerkingstemperatuur voor de meeste buitenlakken en grondlakken ligt tussen de 5 en 25˚C. Bij temperaturen onder de 5˚C kan er drogingsvertraging optreden. Werk je toch bij lage temperaturen of zijn de nachten koud? Houd dan een langere overschildertijd – van minstens 24 uur – aan tussen de verschillende lagen.

Daarnaast zijn voor verschillende verfsoorten additieven beschikbaar, die het mogelijk maken om de verf te verwerken bij lagere temperaturen.

WAAROM DROOGT DE VERF NIET GOED?

Dat verf niet goed droogt, kan verschillende oorzaken hebben:

  • De temperatuur is te laag
  • Er is onvoldoende luchtcirculatie
  • De luchtvochtigheid is te hoog

Bij lage temperaturen en een hoge luchtvochtigheid, kan het drogingsproces vrijwel geheel stoppen.

HOE KOMT HET DAT DE AANGEBRACHTE VERFLAAG BEGINT TE RIMPELEN / SCHROEIEN?

Rimpelen of schroeien van de aangebrachte verflaag komt alleen voor bij alkydharsverven. Er zijn twee mogelijke oorzaken:

  1. De aangebrachte verflaag is te dik. Een alkydharsverf droogt door zuurstof op te nemen als het oplosmiddel verdampt. Als je een dikke verflaag aanbrengt, vormt het oppervlak een ‘huid’ die eerder droog is dan de rest. Hierdoor kan er minder zuurstof doordringen naar de onderste verflagen. Er ontstaat een spanningsverschil tussen de droge en de natte verf, waardoor de droge laag gaat rimpelen.
  2. De eerder aangebrachte grondlaag was nog niet goed droog toen je de eindlaag aanbracht. Ook in dit geval ontstaat spanning tussen de twee lagen, omdat de grondlaag niet meer goed kan drogen. Het resultaat is een rimpelende eindlaag.

HOE KOMT HET DAT ER OGEN / KRATERS ONTSTAAN IN DE NATTE VERFLAAG?

Er zijn verschillende oorzaken voor het wegtrekken van verf, en daarmee het ontstaan van kraters.

Vervuiling: op de ondergrond is water, vet, was, siliconen of andere verontreiniging aanwezig. Dit kan bijvoorbeeld al gebeuren als er wat handcrème op de muur terechtkomt voor je gaat schilderen. Een mogelijke oplossing is het toevoegen van een anti-siliconenmiddel aan de verf. Dat heeft echter twee nadelen: het middel mengt niet met watergedragen verf en de vervuiling blijft bestaan. Bij een volgende keer schilderen, kunnen dan alsnog kraters ontstaan.

Oppervlaktespanning: trekt de verf weg in lange strepen (‘cissing’), dan betekent dat meestal dat de ondergrond niet (goed) geschuurd is. Vooral oppervlakken waar een harde (tweecomponenten) hoogglansverf op zit, moeten goed geschuurd worden. Zie je cissing ontstaan, verwijder dan de aangebrachte verflaag voor die opdroogt. Ontvet vervolgens het oppervlak met een geschikte reiniger of ontvetter. Wij adviseren je graag wat voor jouw situatie de beste oplossing is.

HOE ONTSTAAN BLAASJES IN HET SCHILDERWERK?

Blaasvorming doet zich voornamelijk voor op ‘grofporig’ hout, zoals Meranti. De lucht die in de poriën opgesloten zit zet uit bij opwarming, en zorgt zo voor blaasjes. Het ontstaan van deze blaasjes is te voorkomen door directe zonbelasting na het aanbrengen van de verflaag te vermijden. Kies dus het juiste tijdstip op de dag uit of schilder op een bewolkte dag.

WAAROM KOMT DE VERF LOS?

Verf die loslaat van de ondergrond kan verschillende oorzaken hebben:

  • De ondergrond is onvoldoende voorbehandeld. Denk aan achtergebleven vet of schuurstof, of onvoldoende schuren.
  • Je schildert op een vochtige ondergrond. Een muur kan bijvoorbeeld nat zijn van condens als je na een koude nacht vroeg aan de slag gaat.
  • De muur is gerepareerd met polyesterplamuur. Deze plamuur neemt gemakkelijk vocht op, waardoor onthechtingsproblemen ontstaan.

HOE KOMT HET DAT DE VERFLAAG VERPOEDERT?

Alle buitenmaterialen krijgen te maken met slijtage of erosie, en dat geldt ook voor verf. De straling van de zon tast de moleculen van het bindmiddel aan. De eerste fase van verwering is glansverlies. Op den duur komt het pigment van de verf los op het oppervlak te liggen. Dat noemen we krijten of afpoederen.

Halfmatte verven slaan de eerste fase van het verweringsproces over, en verweren daarom in vergelijking met hoogglansverven eerder.

HOE KOMT HET DAT DE VERFLAAG VERKLEURT?

Onder invloed van weersomstandigheden verliest verf soms kleur en glans. Ook verschijnselen zoals krijten of vervuiling kunnen in de loop der tijd optreden. Sommige kleurgebieden zijn hier gevoeliger voor dan andere. Zo hebben de kleuren geel, oranje en rood de neiging om sneller kleur te verliezen. Dat komt omdat de toegepaste pigmenten om deze kleuren te mengen organisch zijn. Vooral bij buitenproducten is het daarom slim om te kijken naar de duurzaamheid van de kleur die je kiest.

WAAROM VERLIEST DE VERF AL NA EEN PAAR WEKEN ZIJN GLANS?

Snel glansverlies ontstaat meestal als de aangebrachte verflagen te dun zijn. Dunne lagen zijn namelijk minder goed bestand tegen invloeden van buitenaf, zoals UV-straling. Ook polijsten en schoonmaken met agressieve, schurende middelen kunnen leiden tot vroegtijdig glansverlies. De enige optie om dit te herstellen, is door een nieuwe lak- of verflaag aan te brengen.

HOE KOMT HET DAT WIT GELAKTE MATERIALEN VERGELEN?

Vergeling ontstaat alleen bij het gebruik van een solventgedragen verf op basis van alkydhars. Doordat de verf zuurstof opneemt tijdens het drogen en doorharden, ontstaat een kleurdragend reactieproduct. Dit valt onder invloed van daglicht snel weer uiteen. Je ziet deze vergeling daarom vooral in donkere ruimten. Bij watergedragen verven treedt dit probleem niet op.

HOE SCHILDER IK MIJN BAKSTEENGEVEL MET SPOUWMUURISOLATIE?

Het aanbrengen van spouwmuurisolatie zorgt voor een hogere isolatiewaarde van de woning, maar veroorzaakt vaak ook beschadigingen aan de buitengevel. Opnieuw schilderen kan echter niet met elk type verf. Het vullen van de spouw zorgt er namelijk voor dat de vochthuishouding binnen de spouw ontregeld raakt. Gebruik je vervolgens een ‘gesloten’ muurverf op de buitengevel, dan kan er geen vochttransport meer plaatsvinden.

De oplossing is het gebruik van een zogenaamde ‘dampopen’ buitenmuurverf. Deze sluit de muur niet af, maar zorgt ervoor dat die kan ademen. Wij adviseren je graag welke verf geschikt is voor jouw buitengevel.

WAT IS EEN RAL-KLEUR?

RAL is een coderingssysteem om de kleuren van verf en andere coatings te definiëren. Er zijn drie RAL-coderingssystemen:

  • RAL Classic: 4 cijfers met een unieke kleurnaam. Bijvoorbeeld: RAL 1012 Citroengeel.
  • RAL Design: 7 cijfers, geen vaste naam. Bijvoorbeeld: RAL 210 60 30.
  • RAL Digital: kleuren dit op het beeldscherm beschikbaar zijn, met benaderingen voor de mengverhoudingen voor o.a. digitaal gebruik (RGB) en drukwerk (CMYK).

Bij RAL Classic staat het eerste cijfer voor de kleur: 1 = geel, 2 = oranje, 3 = rood, 4 = violet, 5 = blauw, 6 = groen, 7 = grijs, 8 = bruin en 9 = wit- en zwarttinten. Een paar bekende RAL-kleuren zijn 9010 (zuiverwit) en 9001 (crèmewit).

Daarnaast heeft RAL nog andere kleurencollecties. RAL Effect is gemaakt voor verf op waterbasis en bevat 420 kleuren en 70 metallics. RAL Plastics is de kleurenstandaard voor kunststoffen.

Heb je advies nodig over het gebruik van RAL-kleuren? Neem dan contact met ons op, wij helpen je graag.